De wapenindustrie zet zichzelf neer als ‘vitale sector’ en probeert zo een voorkeursbehandeling te krijgen.
Terwijl velen hopen op een vreedzamer en duurzamer wereld na corona voert de wapenindustrie een lobby om de vraag naar zijn producten veilig te stellen. De organisatie van de Nederlandse Defensie- en Veiligheidsindustrie pleit ervoor dat Nederland versneld nieuwe wapensystemen aanschaft en upgrades van bestaande wapensystemen naar voren haalt. De Tweede Kamer zou de begroting hiervoor met spoed moeten goedkeuren. De wapenindustrie kan natuurlijk al gebruik maken van algemene ondernemerssteun in het kader van corona, en betalingsverplichtingen van bedrijven in het F-35 project zijn voorlopig uitgesteld. Maar door de bedrijfstak af te schilderen als ‘vitale sector’ wordt geprobeerd een voorkeursbehandeling te krijgen zonder de Herijking Defensienota af te wachten die later dit jaar op de Kameragenda staat.
De wapenindustrie wil ook Europese steun en dringt bij de regering aan op handhaving van de €13 miljard onderzoeksubsidie die de Europese Commissie heeft voorgesteld voor de ontwikkeling van nieuwe wapentechnologie. Dit staat haakt op het pleidooi van 13 Europese milieu- en klimaatministers, waaronder Wiebes, om juist te investeren in economisch herstel volgens de klimaatprioriteiten van de European Green Deal. Het wordt interessant om te zien hoe Nederland gaat kiezen en met de mond beleden groene ambities zal invullen. De wapenindustrie heeft alvast de betere papieren. Eurocommissaris Thierry Breton pleit expliciet voor steun aan de militaire sector. Grote Europese wapenbedrijven als Dassault, Leonardo, Airbus en Safran hebben al overleg met hem gehad over de impact van COVID-19 op de civiele en militaire luchtvaartindustrie. Ook voor klimaatbeleid geen goed nieuws, deze civiel-militaire luchtvaartlobby die aast op Europees geld.
Een recente Europese subsidietender voor defensiebedrijven bevat een budgetlijn voor onderzoek naar maatregelen tegen chemische, biologische, radiologische en nucleaire dreigingen. “Dergelijke tegenmaatregelen kunnen nuttig zijn om toekomstige pandemieën aan te pakken” beweert de Europese Commissie, mogelijk om de subsidie te legitimeren nu veel mensen meer heil zien in medisch onderzoek. Maatregelen tegen pandemieën kunnen echter beter in een civiele context worden ontwikkeld. Bij gezondheids- of andere rampen (denk aan klimaatrampen) moeten burgers niet afhankelijk zijn van militaire voorzieningen. Hoewel de krijgsmacht momenteel goed werk doet bij ondersteuning van coronabestrijding zijn militairen hiervoor, anders dan civiele hulpverleners, niet primair opgeleid en uitgerust. Er is ook geen sprake van alle hens aan dek; een deel van de militaire ‘hens’ wordt achtergehouden om inzetbaar te zijn in geval van oorlog. Militaire inzetbaarheid heeft altijd prioriteit boven hulpverlening aan burgers. Het is onbekend hoeveel capaciteit de krijgsmacht hiervoor achterhoudt, veiligheidsregio Noord-Holland kreeg in elk geval geen gehoor toen het vroeg om een marineschip met extra medische capaciteit. De inzet van een marineschip voor medische steun in de Antillen wordt echter breed uitgemeten. De feministische schrijfster Cynthia Enloe waarschuwt voor militaire hulpverlening als propagandamiddel. Ze roept op tegenover het beeld van de mannelijk-stoere krijgsmacht als redder in de nood het beeld hoog te houden van de heldhaftige zorgzame gezondheidswerkers, waarvan wereldwijd de meerderheid vrouw is.
Op verschillende plaatsen is de militaire industrie betrokken bij pogingen om extra medische apparatuur te produceren. Zo heeft onze grootste marinewerf Damen een consortium opgericht om een beschermingsmasker te ontwikkelen, en is in Groot-Brittannië een consortium voor beademingsapparatuur opgericht door onder meer Airbus, BAE Systems en Babcock. Dit laatste bedrijf is eigenlijk gespecialiseerd in de organisatie van militaire domeinen en bewaking van kernwapenfaciliteiten. Zelfs als het deze bedrijven lukt lukt om snel nieuwe medische apparatuur te produceren – wat nog maar de vraag is – blijft het knelpunt de beschikbaarheid van voldoende zorgpersoneel. Voor nieuwe kernwapens in Europa wordt zonder blikken of blozen $8,3 miljard neergeteld maar investeringen in gezondheidszorg, met name salarissen van personeel, is overal onder de maat. In Italië woedt een discussie of twee nieuwe onderzeeboten wel aangeschaft moeten worden nu corona zo’n gat in de begroting heeft geslagen. Volgens de betrokken wapenbedrijven gaat het om veel arbeidsplaatsen, maar in de zorg kunnen voor de kosten van twee onderzeeboten minstens evenveel arbeidsplaatsen worden geschapen, al gaat het dan vaak om minder goed betaalde (vrouwen)banen.
Deze week houdt de NAVO een extra vergadering over de coronacrisis. Waarschijnlijk zal opnieuw worden aangedrongen op verhoging van de defensiebudgetten, want ”de coronacrisis mag niet leiden tot een veiligheidscrisis” volgens NAVO secretaris-generaal Stoltenberg. Er is iets grondig mis met dit concept van ‘veiligheid’. Van de €1,8 biljoen aan wereldwijde militaire uitgaven in 2018 namen de NAVO-landen meer dan de helft voor hun rekening. Juist nu is duidelijk dat veiligheid iets anders is dan een militair bondgenootschap met de hoogste bewapeningsuitgaven ter wereld. Tegen een virus kunnen we ons niet opsluiten in een fort. We zullen moeten samenwerken op deze planeet, ook als we het niet met elkaar eens zijn. De NAVO moet niet investeren in wapens, daarvan profiteert alleen de wapenindustrie, maar in nieuwe ontwapeningsverdragen zoals een opvolging van het Amerikaans-Russische INF-verdrag tegen kernwapens, dit keer met China aan boord. De sancties tegen Iran moeten worden gestaakt, niet alleen om het lijden van de Iraniërs te verlichten tijdens corona maar ook omdat het virus zich niet aan grenzen houdt. Als we iets moeten leren uit deze pandemie is het dat overheidsbudgetten voor veiligheid beter kunnen worden besteed aan gezondheidszorg en een duurzame economie. Alleen als we ons veiligheidsconcept veranderen kunnen we toekomstige rampen voorkomen.
Wendela de Vries