Rob Marijnissen (actief lid vakbond FNV): Voor succes moeten we tegenmacht opbouwen: op straat, in de buurt en op de werkplek.

Op 21 november 1981 trokken ruim 400.000 vredesdemonstranten door de straten van Amsterdam tegen de komst van de kruisraketten. Die er uiteindelijk niet gekomen zijn.

In 1983 waren het meer dan een half miljoen demonstranten in Den Haag. Voor het eerst deed de FNV mee, onder het motto Geen Bommen maar Banen.

In 1985 volgde nog een volkspetionnement van 3,7 miljoen handtekeningen. Onder de bevolking leefde een grote afkeer en angst voor het gebruik van atoomwapens in geval van oorlog.

Wat veel mensen niet meer weten is dat er op 10 mei 1984 werd gestaakt tegen de kruisraketten. Daar ging heel wat discussie aan vooraf binnen de FNV, kan ik u melden. Er werd uiteindelijk gekozen voor een symbolische staking van 1 uur, maar als Lubbers niet zou inbinden dan … ja dan. We wilden een tegenmacht opbouwen in buurten en bedrijven. Honderdduizenden mensen deden aan deze staking mee. Pleinen in Amsterdam stonden vol mensen, trams stopten.

De kracht van de beweging was niet alleen dat we voor vrede waren als FNV. We wilden ook banen en publieke voorzieningen in stand houden. Geen bommen maar banen. Er was een economische crisis met een hoge jeugdwerkloosheid. Het was de periode dat een neo-liberaal beleid zichtbaar werd onder de regering-Lubbers: minder overheid, meer markt: privatiseren, armoede en meer oorlog.

De vredesstrijd was en is feitelijk ordinaire klassenstrijd.

De burgeroorlog in Joegoslavië in de jaren 90 is er een voorbeeld van: door druk van het IMF om de groeiende staatsschuld af te betalen is Joegoslavië uit elkaar gedreven, met nog steeds desastreuze gevolgen voor de bevolking in die landen. Bosnië is leeggepikt door de grote westerse bedrijven: geprivatiseerd, met als gevolg een hogere werkloosheid dan Griekenland dat nu ook leeggepikt wordt. De neo-liberale wind die opstak in de jaren 80 is uiteindelijk door velen omarmd, ook binnen de FNV.

Er is een tegenreactie op gang aan het komen. De drie linkse partijen in het parlement trekken meer met elkaar op en de FNV wil een offensief voor een menswaardige maatschappij. We moeten wel, we kunnen niet anders. Een voorwaarde voor het succes is dat we daadwerkelijk een tegenmacht opbouwen: op straat, in de buurt en op de werkplek. Verantwoordelijkheid nemen voor de problemen waar het bedrijfsleven mee zit is niet aan ons. Wij moeten ons consequent richten op onze belangen en geen gepolder meer. Waarom gaan we niet gezamenlijk de straat op om het afschaffen van de dividendbelasting tegen te houden? We hebben een brede beweging onder de bevolking nodig en die wordt niet geboren in het parlement.

Een goed voorbeeld van nu is wat er in de Labourpartij gebeurt. Jeremy Corbyn, een oude vredesactivist, heeft het leiderschap van Labour gewonnen en een radicaal links programma ontwikkeld waarmee hij bij de laatste verkiezingen May wist te verslaan en de ultrarechtse UKIP een groot deel van zijn aanhang afnam. Honderdduizenden nieuwe leden erbij, veel jongeren zijn actief geworden en doen mee aan demonstraties en acties. Labour gaat de spoorwegen en de energiesector nationaliseren, extra geld voor de zorg, meer geld voor kinderopvang, geen verhoging pensioenleeftijd, meer belasting voor de rijken.

Het deel van de koek in Nederland is sinds de jaren 80 meer en meer naar de winst gegaan en minder voor de werkende bevolking: wij, de 99%. Elke crisis die de 1% veroorzaakt weten ze te gebruiken om ons uit te kleden. Dat moet afgelopen zijn.

Geen onderzeeboten maar onderwijs. Het Amsterdams Vredesinitiatief was met deze slogan aanwezig bij de onderwijsstaking op 5 oktober. We weten wat ons te doen staat bij de volgende staking op 12 december. Er zijn regionale bijeenkomsten, waaronder Utrecht en Alkmaar.

Doe mee!

Toespraak op de manifestatie Stop de oorlogsmissies van het Amsterdams Vredesinitiatief (AVI) 3 december 2017 op het Spui in Amsterdam.